Bevallen en on top of the world. Opgelucht en dolgelukkig.
High op adrenaline en on cloud 9.
Om een aantal uren later heel wat wolken lager te belanden.
Fysiek was ik geradbraakt, na 15 weken zetel en bed stelde mijn conditie niks meer voor en spieren waren ook al ver te zoeken. Stappen ging amper. Maar dat was fysiek.
Mijn hele zwangerschap was ik zeker dat, eens ze er zou zijn, de angsten en paniekaanvallen zouden verdwijnen en ik eindelijk terug weer mezelf zou kunnen zijn.
De verantwoordelijkheid ging ik eindelijk kunnen delen. Mijn lichaam, dat ik niet meer vertrouwde, was niet meer alleen verantwoordelijk voor haar. Baby er uit, angsten weg, zo simpel hoopte ik dat het was.
Die eerste nacht lag ik te kijken, te bewonderen. Uren hield ik haar op me, intens genietend van haar bewegende borstje bovenop de mijne. De intense golf van instinctieve liefde.
De dag erna bleek er een reactie geweest te zijn tussen ons bloed tijdens de bevalling, ze was heel wat afgevallen, allemaal niets op zich, maar voor mij de eerste triggers.
De borstvoeding liep ook al niet van een leien dak, maar ik was rotsvast dat ik borstvoeding zou geven. Kostte wat het kost. Ik huilde onbedaarlijk tijdens elke voeding maar zo overtuigd was ik van wat ik wou.
Constant vroeg ik bevestiging. Dronk ze voldoende? Had ze het niet te koud? Te warm? Deed ik dit goed? Nergens zou ik fouten maken, ik zou alles doen en steeds hyperalert zijn zodat ik mezelf nooit iets zou kunnen verwijten.
Pas op, in het ziekenhuis voelde ik me dan best nog ok. Ik had maar op een belletje te duwen en er stond een vroedvrouw, gynaecoloog of kinderarts aan ons bed. Dan is er dag 3, geslapen had ik amper en natuurlijk had ik full on baby-blues. Ik kon niet naar huis na 3 nachten en mocht, gezien de situatie, nog 1 nacht extra blijven. We hadden ook meteen een eerste afspraak met J, onze psycholoog. De gedachte alleen al dat we ons kostbaarste bezit mee in de buitenwereld moesten nemen kon ik niet aan..
Die eerste autorit naar huis is heel erg bevreemdend, thuiskomen mogelijks nog meer.
B. vond het heerlijk en leefde op. Genoot zo intens. Ergens was ik best jaloers op zijn onbezonnen gelukzalige gevoelens en voelde me weer abnormaal tegenover alle vrouwen die het moederschap nailen met twee vingers in de neus. Iedereen leek zelfzeker en dolgelukkig dat ze met hun kleintje 'eindelijk' naar huis mochten, ik bleef liefst op de materniteit wonen. Ik voelde dat het voor mij anders was en dat onzekerheid weer hoogtij begon te vieren. Slapen kon ik niet, als zij sliep kon ik enkel kijken of haar borstje nog op en neer ging.
De eerste maanden met Pam zijn extreem moeilijk geweest. Ik kon niet, durfde niet genieten en amper geloven dat ik haar bij me had... Dat ik voor haar MOCHT zorgen. Ze was zo klein ,zo fragiel, dit was LIEFDE met hoofdletter L. De liefde die zo intens is, met geen woorden te beschrijven.
Heel veel geluk dat B. zo een geboren papa is en alles deed met de meest natuurlijke flair.
Heel veel geluk met ondersteuning uit dichte kring maar nog meer met M., vroedvrouw uit de duizend, die elke dag trouw even binnensprong. Die soms meer psycholoog was dan vroedvrouw. Die voor ons altijd beschikbaar was.
Bovenop de onzekerheid bleek Pam een ernstige vorm van reflux te hebben waardoor ze, na 7 weken non-stop te willen drinken, plots NIKS meer wou en maximum 60ml per keer dronk (wat dan neerkwam op super veel voedingen en nog liefst van al 'snachts)
Slapen deed ik dus amper. Meestal was ik al blij wanneer ik 3u onderbroken per nacht kon halen.
Samen met slaap ging dus ook het laatste van mijn relativeringsvermogen de deur uit.
Ik was constant bang dat ze van het ene op het andere moment zou doodgaan of heel erg ziek zou worden. Soms was ik opgelucht dat ze huilde, dan wist ik tenminste dat ze nog leefde. Zelf wilde ik dan ook absoluut nergens 'fouten' maken. Die hyperalertheid is SLOPEND. 24/24 alle radars en sensoren aan, zintuigen op scherp.
Zo ontwikkelde zich dan ook stilaan smetvrees. Het begon klein maar werd steeds erger en erger. Op een dieptepunt heb ik eens alle boodschappen ontsmet nadat de kassierster in haar hand had gehoest. Ik had zelf door dat mijn denkpatroon niet meer normaal was, elke nieuwe mama waakt over haar kleintje maar dit was niet vol te houden. Puur rationeel wist ik dat alles wat ik dacht en deed niet normaal was maar mijn gedrag en gedachten waren niet meer te controleren eens geconfronteerd met dat waar ik bang voor was.
Het was putje winter, iedereen hoestte en snotterde. Ik had het er zo moeilijk mee.
Alles bracht ook zoveel stress met zich mee. Niks in het leven was vanzelfsprekend of makkelijk.
Het allerliefst bleef ik gewoon thuis met Pam.
Zelfs een bezoek aan de supermarkt was moeilijk. Op voorhand had ik al zenuwen of we iemand zouden tegenkomen die haar dan zou willen aanraken.
Bezoek probeerde ik te mijden want ik ging kapot aan de stress die dat voor mij met zich meebracht. Aan de crèche kon ik al helemaal niet denken. De dag van de babyborrel was doorbijten, 's avonds moest ik zo erg huilen omdat ik besefte dat ik niet meer kon genieten.
Ik wilde zo graag terug 'leven'.
Aan alle vrienden en mensen die ik lang niks liet weten, waar ik afstand van nam, die zich bij een bezoekje misschien afvroegen of ze niet welkom waren. Vrienden die zelfs niet wisten dat we opnieuw een kindje verwelkomden in onze harten, mensen die zich afvroegen waar dat open en joviale koppel van toen toch heen was...
We zijn er nog, maar dan versie 2.0... De versie die verder moet met een gemis en een voor altijd andere kijk op het leven.
Het spijt me, de angsten waren (of zijn soms) sterker dan mezelf maar ik hoop niet sterker dan onze band.
Rustig proberen we terug op te bouwen wat verloren leek.
Ik kan alleen maar hopen dat ook ons plaatsje bij jullie nog altijd vrij is.
Stap voor stap moe(s)t ik terug vertrouwen krijgen. Vertrouwen in mezelf en ook in haar.